Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

 

Artikel 5a.9 Accreditatie opleiding
1
Accreditatie wordt verleend op aanvraag van het instellingsbestuur.
2
Een aanvraag om accreditatie wordt ten minste een jaar voor de vervaldatum van het vorige accreditatiebesluit of van het besluit waaruit blijkt dat de toets nieuwe opleiding met positief gevolg is ondergaan, bij het accreditatieorgaan ingediend.
3
Het accreditatiebesluit wordt gebaseerd op de beoordeling, bedoeld in artikel 1.18, derde lid.
4
Het accreditatieorgaan neemt binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag om accreditatie een besluit. Het accreditatiebesluit treedt in werking met ingang van de dag waarop het vorige accreditatiebesluit vervalt of, indien aan een opleiding voor de eerste maal accreditatie wordt verbonden, met ingang van de dag van bekendmaking van het accreditatiebesluit.
5
Indien het accreditatieorgaan besluit dat geen accreditatie wordt verleend omdat bij de beoordeling, bedoeld in artikel 1.18, derde lid, door de onafhankelijke deskundigen artikel 1.18, derde lid, vierde volzin, niet in acht is genomen, treedt, in afwijking van het vierde lid, dat besluit in werking met ingang van de dag van bekendmaking daarvan en kan binnen een jaar na die bekendmaking, een nieuwe aanvraag om accreditatie worden ingediend. In afwijking van het zesde lid, is de periode van de accreditatie alsdan verlengd tot het moment dat, onder de voorwaarden van het zevende lid, onherroepelijk op de aanvraag om accreditatie is beslist.
6
De accreditatie vervalt zes jaar na de dag van inwerkingtreding van het accreditatiebesluit.
7
Indien een instellingsbestuur binnen de termijn, bedoeld in het tweede lid, een aanvraag om accreditatie heeft ingediend, is, in afwijking van het zesde lid, de periode van de accreditatie verlengd tot het moment dat onherroepelijk op de aanvraag om accreditatie is beslist indien:
a
het accreditatieorgaan de termijn, bedoeld in het vierde lid, heeft overschreden, of
b
op de vervaldatum nog niet onherroepelijk op de aanvraag om accreditatie is beslist.
8
De instelling is het accreditatieorgaan een vergoeding verschuldigd van de kosten van de aanvraag om accreditatie overeenkomstig een door Onze minister, na overleg met het accreditatieorgaan, vast te stellen tarief.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •